Tips en trucs voor de keuze van de juiste frees op uw CNC portaalfrees.

Als basisregel geldt ook hier "gebruik voor iedere bewerking het juiste gereedschap". Span de frees altijd zo ver als mogelijk in. Kies, afhankelijk van uw toepassing, bij voorkeur een frees met een zo kort mogelijke snijlengte. Met deze twee basisregels worden onnodige trillingen vermeden.

Welke voedingssnelheden moet ik gebruiken?
Voedingssnelheden (ook wel feedrate) kunnen zeer sterk variëren en zijn onder andere afhankelijk van de stevigheid van uw machine, de freesspindel en de kracht van de stappen-/servomotoren. Als u twijfelt maak dan eerst een proefstukje. Met hogere voedingssnelheden wordt in de regel een beter oppervlak verkregen maar het gereedschap slijt ook meer. De onderstaande tabel kunt u als leidraad gebruiken.

Adviessnelheden voor VHM frezen
Aluminium 100 - 300 m/min
Thermoplasten 50 - 150 m/min
Duroplasten 100 - 150 m/min
GFK 100 - 150 m/min
CFK 150 - 300 m/min
NE-Metalen 100 - 200 m/min


Snijsnelheid / Aanzet
De aanzet per snijtand staat in onderstaande tabel maar ook hier geldt, bij twijfel eerst proberen.

Advies snijsnelheden per tand voor VHM frezen 2- 4 mm
Aluminium 0,04 mm
Thermoplasten 0,05 mm
Duroplasten 0,04 mm
GFK 0,04 mm
CFK 0,04 mm
NE-Metalen 0,04 mm


Hoe diep kan ik in één keer frezen?
Als vuistregel geldt dat u als freesdiepte nooit meer dan 2 x de freesdiameter in één keer moet kiezen. Uw werkstuk in meerdere cycli met hogere snijsnelheden frezen is voordeliger dan in een keer doorfrezen met een lagere snijsnelheid. Bovendien is de kans op dichtlopen (vollopen/verstoppen) van de frees en het onvermijdelijke afbreken ervan veel kleiner.

Wel of niet koelen en/of smeren?
Bij veel materiaalsoorten is het zinvol om te koelen, bij sommige zelfs beslist nodig. Voor het frezen van aluminium zijn speciale vloeistoffen of snijoliën verkrijgbaar maar gewone spiritus werkt ook. Op uw freesmachine kan een professioneel koelsysteem worden gemonteerd maar als u af en toe eens een stukje aluminium wilt bewerken werkt een eenvoudige airbrush ook prima. Richt een fijne nevel op het freesgereedschap en voorkom zo dat een vals snijkant wordt opgebouwd (aanhechten van werkstukmateriaal aan beide kanten van de freesbaan). De standtijd (levensduur) van uw frees wordt aanzienlijk langer.
Bij het bewerken van plexiglas verricht een simpel zeepsopje al wonderen. Zorg wel dat er geen water op uw machine en de assen kan komen om eventuele roest te vermijden of maak een eenvoudige opvangbak hiervoor. Kunststoffen worden meestal droog bewerkt. Koelen met alleen lucht kan zinvol zijn, als is het maar om de spaanders weg te blazen. In principe kan men stellen dat koelen met lucht al beter is dan niet koelen.

Hoeveel snijkanten moet mijn frees hebben?
Hoe meer snijkanten een frees heeft des te kleiner de spaangroef wordt. De kans op dichtlopen wordt hiermee groter. De vele snijkanten zorgen voor een goede warmteafvoer.
Hoe minder snijkanten een frees heeft des slechter de warmteafvoer is en des te groter de kans op slijtage van de frees. De spaangroef is echter veel groter waardoor spanen snel afgevoerd worden en dichtlopen vrijwel nooit voorkomt.
De snijkanten van uw frees zijn dus aan slijtage onderhevig en bepalen de standtijd van uw frees en dus ook de kwaliteit van uw werk. Des te meer snijkanten een frees heeft des te hoger is de standtijd omdat meerdere snijkanten het werk en dus ook de slijtage samen kunnen delen.
Wat is nu de beste keuze? Als basisregel neemt u bij zachtere materialen een frees met weinig snijkanten en bij hardere materiaalsoorten keit u een frees met veel snijkanten.

1-snijders
Deze zijn prima geschikt voor het bewerken van zachte(re) aluminiumsoorten, plexiglas en verschillende soorten kunststof. De ruime spaangroef zorgt voor een goede spaanafvoer, de kans op dichtlopen is klein. Hoge toerentallen zijn belangrijk voor een goed resultaat.

2-snijders
Deze worden voor harde(re) aluminiumsoorten en kunststoffen toegepast. Ook zijn ze goed inzetbaar voor het bewerken van hout ofschoon een HSS frees qua kosten voordeliger is.

De frezen zijn met verschillende puntvormen leverbaar;
 - Boorpunt
 - Visstaartpunt (fishtail)
 - Vlakke punt

Frezen met boorpunt worden niet vaak toegepast en worden daarom meestal vaak op klantspecificatie gemaakt.
Frezen met een visstaartpunt worden het meest toegepast, ze zijn goedkoop, duiken gemakkelijk in het materiaal.
Frezen met een vlakke punt duiken moeilijk(er) in het materiaal en worden alleen toegepast als een zo glad mogelijk oppervlak nodig is (o.a. kamerfrezen).

Vaak zijn frezen ook met speciale coatings verkrijgbaar, deze geven betere resultaten en een langere standtijd maar zijn vaak ook duurder.

3-snijders en meer
Deze worden vooral gebruikt voor harde NE-metalen en staal. Voor roestvrijstaal (V2A) zijn speciale frezen met een coating nodig.


Wellicht hebben wij een aantal van uw vragen kunnen beantwoorden.

 

De informatie op deze website wordt beschikbaar gesteld Fraxeon Technical Solutions. Hoewel wij ons uiterste best doen om de inhoud van deze site zo compleet, correct, actueel en toegankelijk mogelijk te maken blijft het mogelijk dat informatie is opgenomen die incorrect, incompleet of verouderd is. Aan de geboden informatie kunnen geen rechten worden ontleend en Fraxeon is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de informatie. Het is mogelijk dat via de internetsite(s) van Fraxeon toegang wordt geboden tot internetsites en/of informatiebronnen die door derden worden onderhouden. Fraxeon kan evenmin aansprakelijk worden gehouden voor de gevolgen van het gebruik van de informatie op deze internetsites en/of pagina's.